Arbeidsdiscriminatie

Discriminatie is een omvangrijk thema. Van discrimineren is sprake als personen op basis van bepaalde kenmerken anders worden behandeld of worden uitgesloten. Ook op de werkvloer komt (arbeids)discriminatie voor. Volgens de wet mag een werkgever onder andere niet discrimineren op grond van ras, geslacht, godsdienst, politieke overtuiging, geaardheid, handicap en leeftijd.

In de Nederlandse gelijke behandelingswetgeving wordt gesproken over ‘onderscheid’. Het maken van direct onderscheid is wel toegestaan als er een wettelijke uitzondering van toepassing is en het maken van indirect onderscheid is toegestaan als dit objectief kan worden gerechtvaardigd. Als een persoon op grond van bijvoorbeeld geslacht of een handicap op een andere wijze wordt behandeld dan een ander persoon in een vergelijkbare situatie zou worden behandeld, is sprake van direct onderscheid. Een vrouw die niet wordt aangenomen, omdat zij een hoofddoek draagt getuigt van een indirect onderscheid op basis van godsdienst.

Aan de rechtbank Midden-Nederland werd de volgende situatie voorgelegd (ECLI:NL:RBMNE:2023:1856): een werkneemster sloot op 1 oktober 2021 voor bepaalde tijd een arbeidsovereenkomst met de werkgever. Eind mei 2022 werd de werkneemster zwanger. Een aantal maanden later liet de werkgever weten dat de arbeidsovereenkomst niet werd verlengd. Uit een Whatsapp bericht van de manager bleek dat de reden voor het niet verlengen verband hield met een hoge mate van afwezigheid van de werkneemster en omdat het zorgen voor een baby volgens de werkgever moeilijk te combineren zou zijn met de werkzaamheden. De werkneemster stelde hierop dat een verboden onderscheid werd gemaakt op grond van geslacht. De werkgever voerde aan dat de arbeidsovereenkomst niet werd verlengd, omdat werkneemster een voorgeschreven diploma niet haalde en omdat zij vaak afwezig was.

Volgens de kantonrechter was de afwezigheid aan het begin van het dienstverband later geen reden meer om de overeenkomst niet te verlengen. Er was herhaaldelijk aangegeven dat de werkneemster het voorgeschreven diploma moest halen, maar niet is gebleken dat dit een vereiste was voor verlenging van het dienstverband.  

De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet voldoende heeft kunnen weerleggen dat geen verband bestond tussen het niet verlengen van het contract en de zwangerschap. Er is een direct onderscheid gemaakt  door de tijdelijke arbeidsovereenkomst met de zwangere werkneemster niet voort te zetten. De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld, waardoor de werkneemster een billijke vergoeding van € 12.500,-- kreeg toegewezen.

Advies arbeidsrecht advocaat nodig?
Contact opnemen met een arbeidsrecht advocaat?

Cookievoorkeuren

Wij gebruiken onze eigen cookies en cookies van derden voor statistische en analytische doeleinden om u de beste ervaring op onze website te bieden.

Meer informatie vindt u in ons cookiebeleid

Wij geven om uw privacy

U kunt uw cookie-voorkeuren instellen door de verschillende hieronder beschreven cookies te accepteren of te weigeren

Noodzakelijk

Noodzakelijke cookies helpen een website bruikbaarder te maken door basisfuncties zoals paginanavigatie en toegang tot beveiligde delen van de website mogelijk te maken. Zonder deze cookies kan de website niet goed functioneren.

Vereist
Voorkeuren

Met voorkeurscookies kan een website informatie onthouden die de manier verandert waarop de website zich gedraagt of eruit ziet, zoals uw voorkeurstaal of de regio waarin u zich bevindt.

Statistieken

Statistische cookies helpen website-eigenaren te begrijpen hoe bezoekers omgaan met websites door anoniem informatie te verzamelen en te rapporteren.

Marketing

Marketingcookies worden gebruikt om bezoekers op verschillende websites te volgen. Het is de bedoeling advertenties weer te geven die relevant en aantrekkelijk zijn voor de individuele gebruiker en daardoor waardevoller voor uitgevers en externe adverteerders.