Gedrag werknemer leidt tot een verstoorde arbeidsrelatie; recht op een transitievergoeding?

Op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g BW kan de werkgever een arbeidsovereenkomst beëindigen wegens een verstoorde arbeidsverhouding wanneer er redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden verwacht en verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Er is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie wanneer de werknemer in beginsel wel geschikt is om de werkzaamheden uit te voeren, maar de relatie tussen werkgever en werknemer zodanig is verstoord dat een voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet wenselijk is. Deze verstoring moet “ernstig en duurzaam” zijn.

Aan de rechtbank Amsterdam werd de volgende situatie voorgelegd (ECLI:NL:RBAMS:2023:4548). Een werkgever ontving signalen van studenten en een collega over vermeend (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van een werknemer die sinds 1 september 2019 in dienst was van Inholland met als functie ‘docent’. In eerste instantie zijn er enkele praktische ingrepen gedaan waardoor werknemer en de genoemde collega niet meer samen hoefden te werken. Aan het eind van de coronapandemie was dit niet meer voldoende omdat lessen weer fysiek plaats gingen vinden. Werknemer werd uitgenodigd voor een gesprek waarna er een opeenvolging van gebeurtenissen ontstond. De werkgever maakte onder andere melding van intimiderend gedrag en liet onderzoek verrichten naar de gedragingen van de werknemer. Uit dit onderzoek bleek dat het door de werkgever gemaakte verwijt aan de werknemer onterecht is en dat de werknemer ‘vermoedelijk af en toe op de rand van grensoverschrijdend gedrag handelde’. De werknemer laat vervolgens een tweetal contra-expertises uitvoeren, meldt zich ziek en dient ook een klacht in bij het Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Desalniettemin verzocht de werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever was van mening dat de arbeidsrelatie ernstig was verstoord door de gedragingen van de werknemer

De kantonrechter oordeelde dat de negatieve en de langdurige felle houding van de werknemer ervoor zorgde dat er inderdaad sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer heeft een groot aandeel gehad in de verstoring, maar zijn gedragingen zijn niet van zodanig ernstige aard dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid. De werknemer had dan ook recht op een transitievergoeding van ruim € 15.000 euro op grond van art. 7:673 lid 1 BW.

Advies arbeidsrecht advocaat nodig?
Contact opnemen met een arbeidsrecht advocaat?

Cookievoorkeuren

Wij gebruiken onze eigen cookies en cookies van derden voor statistische en analytische doeleinden om u de beste ervaring op onze website te bieden.

Meer informatie vindt u in ons cookiebeleid

Wij geven om uw privacy

U kunt uw cookie-voorkeuren instellen door de verschillende hieronder beschreven cookies te accepteren of te weigeren

Noodzakelijk

Noodzakelijke cookies helpen een website bruikbaarder te maken door basisfuncties zoals paginanavigatie en toegang tot beveiligde delen van de website mogelijk te maken. Zonder deze cookies kan de website niet goed functioneren.

Vereist
Voorkeuren

Met voorkeurscookies kan een website informatie onthouden die de manier verandert waarop de website zich gedraagt of eruit ziet, zoals uw voorkeurstaal of de regio waarin u zich bevindt.

Statistieken

Statistische cookies helpen website-eigenaren te begrijpen hoe bezoekers omgaan met websites door anoniem informatie te verzamelen en te rapporteren.

Marketing

Marketingcookies worden gebruikt om bezoekers op verschillende websites te volgen. Het is de bedoeling advertenties weer te geven die relevant en aantrekkelijk zijn voor de individuele gebruiker en daardoor waardevoller voor uitgevers en externe adverteerders.