In een eerdere column schreef ik over executeurs in verschillende soorten en maten. Er zijn executeurs met beperkte en met vergaande bevoegdheden. Het is fijn dat de executeur flinke bevoegdheden kunnen worden gegeven, waardoor hij slagvaardig kan handelen. Dat is een doelbewuste keuze geweest van de wetgever. Als bevoegdheden niet goed worden gebruikt, dan moet daarop wel een rem kunnen worden gezet. Zo ook bij de executeur. Ook daarin voorziet de wet. De executeur kan in het uiterste geval worden ontslagen door de rechter. Als de uitkomst van zo'n procedure niet kan worden afgewacht, dan kan de executeur in de tussentijd door de rechter worden geschorst en kan de rechter ook ordemaatregelen treffen.
Schorsing van de executeur is in de praktijk iets dat niet vaak voor komt. Dan moeten er echt grote ongelukken dreigen te gebeuren. Ontslag van de executeur wordt veelvuldig gevraagd aan de rechter, maar lang niet altijd toegewezen. De wet vereist dat sprake is van een "gewichtige reden" voor het ontslag. Er moet dus heel wat aan de hand zijn. In de praktijk gaat het daarbij vaak om het herhaaldelijk in ernstig tekortschieten in de nakoming van de verplichtingen die de executeur heeft. Dat moet ook worden aangetoond of erkend. Het is dus wijs dat aan dossieropbouw wordt gedaan. In de rechtspraak is geoordeeld dat wantrouwen ook een gewichtige reden kan zijn in de zin van de wet. Dat is echter een lastige kwestie. Immers, de executeur is de vertrouwenspersoon van degene die er niet meer is. Het feit dat bijvoorbeeld een erfgenaam de executeur wantrouwt mag niet zomaar reden zijn voor ontslag. Om die reden is er een uitgebreid criterium ontwikkeld waaraan dat wantrouwen moet voldoen. Daaraan is niet zomaar voldaan.
Advies erfrecht advocaat nodig?