Een indrukwekkend cv kan deuren open, maar wat als blijkt dat niet alle diploma’s op een cv zijn behaald? Recentelijk speelde er een zaak bij de rechtbank Limburg waar een ‘leugentje om eigen bestwil’ leidde tot een ontslag op staande voet.
Werknemer heeft in 2021 gesolliciteerd bij de gemeente Vaals voor een functie waar het bezit van een rijbewijs B verplicht was. Werknemer heeft toen een CV aangedragen waarin stond vermeld dat hij in het bezit was van een rijbewijs B. In oktober 2022 is door werknemer schade veroorzaakt aan een voertuig van de gemeente na een ongeluk. De verzekeraar weigerde vervolgens de schade uit te keren, omdat werknemer niet in het bezit bleek van een rijbewijs B. Werknemer heeft toen een officiële waarschuwing gekregen.
In juni 2023 heeft werknemer aangegeven dat zijn rijbewijs was ingetrokken, maar dat hij vanaf augustus 2024 weer mocht rijden. Ook gaf werknemer aan dat hij in augustus 2024 voor de rechtbank moest verschijnen voor zijn rijbewijs, maar dit bleek achteraf niet de waarheid. Werknemer reed al 16 jaar in Nederland zonder geldig rijbewijs en was daarvoor al meerdere keren aangehouden en had ook al meerdere boetes gekregen. Werknemer heeft spijt betuigd, maar is desondanks op 26 september 2024 ontslagen vanwege het niet hebben van een rijbewijs, het rijden in een dienstvoertuig zonder in het bezit zijn van een geldig rijbewijs en het liegen. Na een nader onderzoek heeft de gemeente werknemer op staande voet ontslagen.
In het verzoekschrift waarin de werknemer de kantonrechter verzocht het ontslag op staande voet te vernietigen, voerde de werknemer aan dat
hem nooit is medegedeeld dat hij op staande voet is ontslagen. Ook stelde hij in het verzoekschrift dat hem nooit een dringende reden voor het ontslag is meegedeeld en dat hij denkt dat hij ontslagen is omdat hij zonder geldig rijbewijs een klein ongeluk heeft gehad en daarbij materiële schade heeft veroorzaakt. Ten slotte meende de werknemer dat het niet hebben van een rijbewijs geen dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. Hij was namelijk in het bezit van een Indonesisch rijbewijs en de gemeente zou nooit duidelijk hebben gemaakt dat hij ook over een Nederlands rijbewijs moest beschikken.
De kantonrechter stelt dat wel degelijk is medegedeeld aan werknemer dat hij op staande voet is ontslagen en dat art. 21 Rv is geschonden. Dit artikel bevat de verplichting dat partijen de feiten die voor de beslissing van de rechter van belang zijn naar waarheid moeten aanvoeren. Het gevolg hiervan is dat het verzoek van de werknemer op alle onderdelen wordt afgewezen. Ook benoemt de kantonrechter dat er inhoudelijk niks op het ontslag op staande voet is aan te merken.
Advies arbeidsrecht advocaat nodig?